(..) Doek na doek groeit de aanwezigheid,
de ruimte van het atelier is bevolkt door personages van twijfelachtig allooi. Ze lijken deemoedig te poseren voor hun schilder, ze hebben zich gewillig zo gezellig opgesteld voor een lief groepsportret. Maar niet één weet onder een langdurige blik zijn onschuld te bewaren.
Er woedt daar iets, zoveel is zeker. Elk gezicht verbergt een samenzwering, een kwaad geweten, elke plooi een groezelig verleden.